In 5 stappen naar een elektrisch wagenpark

Elektrisch rijden wordt volwassen. Het aanbod elektrische auto’s is de afgelopen jaren sterk gegroeid, ook in het  bestelwagensegment. Overstappen op een elektrisch wagenpark is nu vooral een kwestie van doen. Maar waar begin je? En hoe krijg je je collega’s mee?

De actieradius is in vijf jaar tijd toegenomen van gemiddeld 179 kilometer tot 333 kilometer. In diezelfde periode is het aantal laadpunten gegroeid van 33.000 naar bijna 110.000. Overstappen op een elektrisch wagenpark is nu vooral een kwestie van doen. Maar waar begin je? En hoe krijg je je collega’s mee?

Stap 1: bepaal je huidige CO2-uitstoot en TCO

Begin met het bepalen van de huidige CO₂-uitstoot van je huidige wagenpark. Op basis van deze nulmeting kun je bepalen hoeveel CO₂-reductie je wilt realiseren. De CO₂-uitstoot kun je berekenen door het brandstofverbruik van je wagenpark om te rekenen naar de hoeveelheid CO₂. De onafhankelijke website CO2emissiefactoren helpt je daarbij.

Maak vervolgens een analyse van je huidige wagenpark. Let daarbij op de volgende kenmerken: 

• Aantal voertuigen 
• Voertuigcategorieën 
• Ritprofielen 

Denk bij ritprofielen aan hoe een voertuig wordt gebruikt. Rijdt de wagen vooral lange of juiste korte ritten? Staat het voertuig vaak stil, en hoe lang dan? Hoeveel bestemmingen heeft een voertuig gemiddeld per dag? Dit soort variabelen zijn belangrijk bij de keuze van je EV-voertuig en het bepalen van de benodigde laadoplossingen. 

Stel tot slot de kosten van je huidige wagenpark vast op basis van de total cost of ownership (TCO) van je voertuigen en bepaal je budget voor de elektrificatie van je vloot. Twee zaken die je daarbij in je achterhoofd moet houden:  

1. De energie- en onderhoudskosten van een EV zijn vaak lager dan die diesel- en benzineauto’s. De TCO van veel EV’s is daardoor gelijk of zelfs lager dan die van vergelijkbare modellen met een verbrandingsmotor. Hierover lees je meer in het Trendrapport Nederlandse markt personenauto’s. 
2. Houd rekening met investeringen in eigen laadinfrastructuur. Die verdien je echter snel terug omdat laden op eigen terrein goedkoper is dan thuisladen of laden onderweg. 

Stap 2: stel je doelen en deel ze

Nu wordt het leuk. Om echt aan de slag te gaan stel je een doel vast en de termijn waarop je dat wilt halen. Vervolgens bepaal je de strategie waarmee je dat doel wilt realiseren. Betrek vanaf deze stap ook je medewerkers. Zij zullen uiteindelijk gebruik gaan maken van de elektrische voertuigen. 

Daag jezelf uit bij het bepalen van je doel, maar wees ook realistisch. Een teleurstelling is niet fijn en kan zelfs leiden tot verlies van draagvlak onder je medewerkers. 

Heb je de doelen op papier? Deel ze dan zowel binnen de organisatie als daarbuiten. Leg intern uit wat de voordelen zijn: een kleinere klimaatvoetafdruk, meer comfort, kostenbesparing, enzovoort. Deel ook een tijdlijn waarop je de verschillende stappen en mijlpalen uitzet. Zo maak je het traject zichtbaar en concreet. En maak duidelijk waar medewerkers terecht kunnen met vragen en suggesties. 

Deel je ambities ook met de buitenwereld. Het draagt niet alleen bij aan de reputatie van je bedrijf, maar je inspireert ook andere organisaties om hun wagenpark te verduurzamen. 

Stap 3: stel je wagenpark samen 

Pak de analyse uit stap 1 erbij en kijk goed naar de ritprofielen. Die bepalen in grote mate welke typen elektrische voertuigen geschikt zijn voor jouw bedrijf. Bij de keuze voor een EV zijn met name de volgende twee specificaties van belang: 

• De actieradius 
• De laadsnelheid (bij zowel gewone laadpalen als snelladers) 

Deze twee factoren bepalen hoe vaak en hoe lang een EV moet laden. Kies dus EV’s die passen bij de ritprofielen. 

Bestaat je wagenpark (deels) uit bestelwagens? Het aanbod van elektrische bestelwagens is weliswaar kleiner dan dat van personenwagens, maar er zijn inmiddels al veel verschillende modellen beschikbaar. Een mooie ontwikkeling nu steeds meer steden milieuzones instellen voor benzine- en dieselvoertuigen. 

Stap 4: bepaal de juiste laadoplossingen

Een voorwaarde voor een elektrisch wagenpark is de beschikbaarheid van goede laadvoorzieningen. Dat helpt ook de medewerkers om over te stappen op een EV. Neem bij het kiezen van de juiste laadoplossingen het volgende in overweging:

• Laadpunten op eigen terrein zijn essentieel. Medewerkers hoeven niet om te rijden en daarnaast is laden op eigen terrein vaak flink goedkopen dan thuis laden of onderweg. Bovendien kun je ervoor kiezen om groene stroom te leveren, waardoor je een grotere CO₂-reductie kunt behalen.
• Houd rekening met uitbreiding je wagenpark. Zorg bij de aanleg van de infrastructuur ervoor dat je in de toekomst eenvoudig en goedkoop kunt opschalen naar meer laadpunten.

Stap 5: stimuleer elektrisch rijden

De laatste stap: je medewerkers aanmoedigen om uitstootvrij te rijden. Dan kan op twee manieren:

• Elektrisch rijden stimuleren
• Brandstofauto’s ontmoedigen

Elektrisch rijden wordt steeds toegankelijker. Steeds meer mensen stappen over. In oktober 2022 was 24% van nieuw verkochte auto's een volledig elektrisch model. Toch zijn er mensen die nog niet overtuigd zijn en zich bijvoorbeeld zorgen maken over de actieradius: range anxiety.

Een paar tips om ze over de streep te trekken:

• Bied je medewerkers de mogelijkheid om thuis te laden en compenseer als werkgever de laadkosten
• Bied je medewerkers een laadpas waarmee ze zowel bij publieke palen als bij snelladers kunnen laden
• Maak de keuze voor een elektrische (lease)auto financieel aantrekkelijker door als werkgever de eigen bijdrage over te nemen.
• Verruim het leasebudget voor elektrische auto’s

Daarnaast is het ook belangrijk om de intrinsieke motivatie voor het kiezen van een EV te vergroten. Laat bijvoorbeeld de directie het goede voorbeeld geven door zelf in een EV te rijden. Of organiseer samen met lokale dealers een event waarbij medewerkers in verschillende modellen kunnen proefrijden. Wat ook goed werkt: laat in de interne nieuwsbrief regelmatig een collega schrijven over hun ervaringen met elektrisch rijden.

Dit artikel is gebaseerd op een stappenplan gepubliceerd door Natuur & Milieu.