Hoe waterhardheid de kwaliteit van een koelsmeermiddel beïnvloedt
Hoe waterhardheid de kwaliteit van een koelsmeermiddel beïnvloedt
De juiste dH-waarde voorkomt kalk- of schuimvorming
In de afgelopen nieuwsbrieven besteedden we aandacht aan het opvolgen van de kwaliteit van het koelsmeermiddel (KSM). Deze keer staat de invloed van waterhardheid op de KSM-kwaliteit centraal.
Grof gezegd zijn er twee soorten water om een koelsmeermiddel mee te mengen: gewoon kraanwater (tapwater) en vooraf bewerkt water zoals osmosewater of gedemineraliseerd water. In Nederland drukken we de hardheid van water uit in Duitse graden, afgekort dH. Over het algemeen komt uit de Nederlandse kranen water met een hardheid tussen de 3 en 20 dH, waarbij zowel 3 als 20 dH uitschieters zijn. Via het waterbedrijf kan iedereen de exacte hardheid van het kraanwater achterhalen. Deze informatie is nagenoeg altijd via we website van het waterbedrijf beschikbaar. Meestal zal de hardheid rond de 10 dH liggen.
Waarom is waterhardheid zo belangrijk voor koelsmeermiddelen?
Water maakt het overgrote deel uit (93%) van de emulsie of oplossing. Het is daarom van wezenlijk belang dat de kwaliteit van het water goed is.
De waterhardheid zegt iets over de concentratie metaalionen in het water. Meestal hebben we het dan over magnesium en calcium. Wanneer calcium verhit wordt, slaat het neer als calciumcarbonaat, in de volksmond kalk genoemd. Een laag calciumgehalte in het water betekent zacht water. Een hoog calciumgehalte in het water betekent hard water.
Het is belangrijk om te realiseren dat een emulsie of oplossing over het algemeen de neiging heeft tot schuimvorming bij het mengen met zacht water. Wanneer je een KSM mengt met (te) hard water dan kan het kalkgehalte zo ver oplopen dat het calcium niet langer in oplossing blijft, maar zich afzet in de vorm van kalksporen die boven op de vloeistof komen te liggen. Kalksporen op de vloeistof kunnen vervolgens weer leiden tot instabiliteit van de emulsie, verstopte filters en vuilafzetting op de machine en het werkstuk.
De waterhardheid verandert
Het vooraf controleren van waterhardheid is daarom erg belangrijk. Het is echter niet gezegd dat de waterhardheid gedurende de levensduur van het KSM op hetzelfde niveau blijft. Dit heeft te maken met het verdampen van water. In een eerder item over de concentratie van het KSM las je al dat de concentratie oploopt gedurende de periode dat het KSM in gebruik is. Dat komt doordat water sneller verdampt dan het concentraat. Het concentraat blijft achter en stijgt in percentage. Hetzelfde geldt voor de waterhardheid. De hardheid van het water loopt op doordat het water verdampt, maar de mineralen (zoals calcium) achterblijven en zich opbouwen.
Gebruik je een KSM binnen een bepaald waterhardheidsregime? Controleer dan altijd de waterhardheid van het vloeistofbad en niet de waterhardheid van het water uit de kraan.
Er zijn koelsmeermiddelen die alleen samen kunnen werken met geheel onthard water. Dit betekent dat het kraanwater voordat het gemengd wordt met water behandeld moet worden. Dit kan met een zogenaamde demi-installatie of een met een omgekeerde osmose-installatie. Beide hebben hun specifieke voor- en nadelen. Ze hebben echter gemeen dat de mineralen in meer of mindere mate uit het kraanwater worden gehaald. Mocht je dit nodig hebben dan praten we je graag bij over welk type voor jouw situatie het meest geschikt is.
De waterhardheid meten
Er zijn verschillende manieren om de waterhardheid te meten. De meest eenvoudige is een dipstick die, na aanraking met het te meten water, een bepaalde mate van verkleuring weergeeft. Die verkleuring komt overeen met een bepaalde waterhardheid. Daarnaast zijn er zijn ook verschillende digitale waterhardheidmeters op de markt.
Meer weten
Wil je meer weten over de relatie tussen waterhardheid en de kwaliteit van je KSM? Neem dan gerust contact met ons op. Onze experts helpen je graag verder.